Eén van de
bekendste Nederlandse romans uit de 19e eeuw (en eigenlijk ook binnen onze
algehele literatuurgeschiedenis) is ‘Max Havelaar’, geschreven door Multatuli (pseudoniem
voor Eduard Douwes Dekker). Deze roman, over het leven in Nederlands-Indië,
werd geschreven in de tijd dat in het grootste deel van Europa de stroming van
de romantiek belangrijk was in de literatuur.
In Nederland
was de stroming van het realisme echter groter. Toch ben ik van mening dat Max
Havelaar van Multatuli representatief is voor de romantische literatuur.
Een
belangrijk kenmerk van de romantiek is de aandacht voor gevoelens van de
schrijver en van de hoofdpersonages. In Max Havelaar is er veel aandacht voor die
gevoelens. Zo wordt er vaak beschreven hoe de hoofdpersonen denken over
bepaalde dingen waar ze mee in contact komen. Een voorbeeld hiervan is het
einde van het verhaal van Saidjah en Adinda: er wordt duidelijk beschreven hoe
boos Saidjah is, als hij erachter komt wat er met zijn dorp en de bewoners
ervan is gebeurd. In datzelfde verhaal wordt al eerder uitvoerig beschreven hoe
wanhopig Saidjah zich voelt als hij op Adinda wacht op de afgesproken plaats,
maar ze niet komt. In Max Havelaar is er dus veel aandacht voor de gevoelens
van de hoofdpersonen. Ook lees je aan het einde van het boek wat de schrijver vindt
van de manier waarop de Nederlandse met de inheemse bevolking van Nederlands-Indië
omgaan.
Een ander
kenmerk van de romantiek is dat er in veel romantische teksten verschillende
genres en verhaallijnen bestaan in een enkel boek of verhaal. Dit is ook bij Max
Havelaar het geval. Zo zijn er in het boek drie verschillende vertellers, met
ieder een eigen verhaallijn: Batavus Droogstoppel, een koffiehandelaar in
Amsterdam; Max Havelaar, assistent-resident van het Indonesische gebied Lebak
(verteld door Stern, de assistent van Droogstoppel); en Multatuli zelf (het is
geen echte verhaallijn, je komt aan het einde van het verhaal te weten wat hij
van de kolonisatie vindt).
Ook zijn er
binnen het boek een aantal verschillende genres te onderscheiden. Zo is het
verhaal van Saidjah en Adinda bijvoorbeeld een soort sprookje (alhoewel het in
tegenstelling tot de meeste sprookjes geen happy ending bevat), maar is het
verhaal van Max Havelaar meer een soort biografie.
Een kenmerk
van de romantische literatuur dat Max Havelaar niet echt bevat, is het tegen de
overheersing van de ratio zijn. Vooral Batavus Droogstoppel, één van de vertellers
van het boek, handelt juist, met name in het begin van het verhaal, vooral
volgens zijn verstand. In de verhalen van Max Havelaar en van Saidjah en Adinda
wordt er echter wel veel gehandeld volgens gevoel.
Een laatste
kenmerk is het tegengaan van politieke onderdrukking. Een belangrijk thema,
eigenlijk het belangrijkste thema van het boek, is namelijk de onderdrukking
van de Indonesische bevolking door de Nederlandse regering in Nederlands-Indië.
Aan dit thema wordt veel aandacht besteed en de belangrijkste hoofdpersoon, Max
Havelaar, is fel tegen die onderdrukking en probeert er wat aan te doen.
De kenmerken
bekijkende kun je concluderen dat Max Havelaar dus zeker representatief is voor
de romantische literatuur. Er is veel aandacht voor gevoelens, er zijn
verschillende verhaallijnen en genres binnen het boek en er is veel kritiek op de
politieke onderdrukking. Ook wordt er door de meeste personages niet volgens
het verstand, maar volgens hun gevoel en intuïtie gehandeld.