a. - Ferdinand Bordewijk, Bint.
- Amsterdam, 2012, 1934.
- 102 pagina's.
b. Novelle/dystopie.
c. (samenvatting gevonden op http://www.scholieren.com/boekverslag/72131, ik heb hem hier en daar aangepast )
De Bree is
een docent die een jaar lang gaat lesgeven op de school van Bint. Bint wil een
ijzeren tucht in zijn school; hij wil van de leerlingen reuzen maken die belangrijke
functies zullen bekleden en perfect in de samenleving functioneren. Hij is
trots op zijn Spartaanse onderwijsmethode, De Bree is onder de indruk van Bint
en zijn tucht; De Bree wil er graag deel van uit maken.
De Brees eerste les is bij klas 4D, bijgenaamd ‘De Hel’. Bint heeft expres alle buitengewone en extreme leerlingen in deze klas gezet. De Bree laat niet met zich sollen en verklaart direct de oorlog aan de klas. Door geestdodende straffen en een ijzeren tucht weet De Bree de klas redelijk goed te temmen. In zijn andere klassen, ‘De Bloemenklas’, ‘De Bruine klas’ en ‘De Grauwen’ kan Van Bree veel normaler lesgeven, maar toch bevallen ze hem minde dan ‘De Hel’.
Volgens het systeem van Bint is het kerstrapport beslissend; iemand die op dat moment onvoldoende staat, blijft zitten. Dat is dit jaar het geval bij de leerling Van Beek. Ondanks dat Van Beek thuis veel problemen heeft en zelfmoord dreigt te plegen als hij blijft zitten, is Bint onvermurwbaar en hij laat Van Beek zitten. Bint waarschuwt echter wel voor opstanden als gevolg van een eventuele zelfmoord. Fléau, een jongen uit de Bloemenklas, stookt de boel al een tijd en de zelfmoord van Van Beek zou de druppel zijn voor de leerlingen. Bint heeft overigens geen problemen met een opstand; het zou de school zuiveren van de ‘minderen’ in zijn ‘kweek van reuzen’.
Van Beek pleegt inderdaad zelfmoord. Na de vakantie komen de leerlingen vroeg bijeen op het schoolplein. Wanneer de bel gaat, gaat alleen ‘De Hel’ naar binnen, wat hun solidariteit aan het systeem van Bint bewijst, zeker wanneer ze later de andere klassen aanvallen en ze in een kort gevecht overmeesteren en winnen. Na de opstand worden Fléau en een conciërge weggestuurd. Bint is apetrots op ‘De Hel’.
De solidariteit van ‘De Hel’ blijkt ook wanneer De Bree met hen op fietsvakantie gaat in de paasvakantie. Twee leerlingen knijpen er op een dag tussenuit, en hoewel ze ’s avonds weer terug zijn, worden ze afgetuigd door de rest van ‘de Hel’. ‘De Hel’ duldt geen splitsing.
In de examentijd lijkt Bint te wankelen. Van Bree merkt aan kleine dingen dat hij niet meer de oude is. Bint vraagt Van Bree nog een jaar te blijven werken en hoewel De Bree eerst twijfelt, besluit hij het toch te doen, omdat hij het werk bevredigender vond dan zijn studeerkamerwerk.
In het nieuwe schooljaar blijkt dat Bint gestopt is. Donkers, de plaatsvervangend directeur, neemt het werk in zijn geest over. Van Bree probeert nog in contact te komen met Bint, maar slaagt hier niet in. Hij denkt wel te snappen wat hem uiteindelijk de das heeft omgedaan: Bint bleek minder sterk dan zijn systeem.
De Brees eerste les is bij klas 4D, bijgenaamd ‘De Hel’. Bint heeft expres alle buitengewone en extreme leerlingen in deze klas gezet. De Bree laat niet met zich sollen en verklaart direct de oorlog aan de klas. Door geestdodende straffen en een ijzeren tucht weet De Bree de klas redelijk goed te temmen. In zijn andere klassen, ‘De Bloemenklas’, ‘De Bruine klas’ en ‘De Grauwen’ kan Van Bree veel normaler lesgeven, maar toch bevallen ze hem minde dan ‘De Hel’.
Volgens het systeem van Bint is het kerstrapport beslissend; iemand die op dat moment onvoldoende staat, blijft zitten. Dat is dit jaar het geval bij de leerling Van Beek. Ondanks dat Van Beek thuis veel problemen heeft en zelfmoord dreigt te plegen als hij blijft zitten, is Bint onvermurwbaar en hij laat Van Beek zitten. Bint waarschuwt echter wel voor opstanden als gevolg van een eventuele zelfmoord. Fléau, een jongen uit de Bloemenklas, stookt de boel al een tijd en de zelfmoord van Van Beek zou de druppel zijn voor de leerlingen. Bint heeft overigens geen problemen met een opstand; het zou de school zuiveren van de ‘minderen’ in zijn ‘kweek van reuzen’.
Van Beek pleegt inderdaad zelfmoord. Na de vakantie komen de leerlingen vroeg bijeen op het schoolplein. Wanneer de bel gaat, gaat alleen ‘De Hel’ naar binnen, wat hun solidariteit aan het systeem van Bint bewijst, zeker wanneer ze later de andere klassen aanvallen en ze in een kort gevecht overmeesteren en winnen. Na de opstand worden Fléau en een conciërge weggestuurd. Bint is apetrots op ‘De Hel’.
De solidariteit van ‘De Hel’ blijkt ook wanneer De Bree met hen op fietsvakantie gaat in de paasvakantie. Twee leerlingen knijpen er op een dag tussenuit, en hoewel ze ’s avonds weer terug zijn, worden ze afgetuigd door de rest van ‘de Hel’. ‘De Hel’ duldt geen splitsing.
In de examentijd lijkt Bint te wankelen. Van Bree merkt aan kleine dingen dat hij niet meer de oude is. Bint vraagt Van Bree nog een jaar te blijven werken en hoewel De Bree eerst twijfelt, besluit hij het toch te doen, omdat hij het werk bevredigender vond dan zijn studeerkamerwerk.
In het nieuwe schooljaar blijkt dat Bint gestopt is. Donkers, de plaatsvervangend directeur, neemt het werk in zijn geest over. Van Bree probeert nog in contact te komen met Bint, maar slaagt hier niet in. Hij denkt wel te snappen wat hem uiteindelijk de das heeft omgedaan: Bint bleek minder sterk dan zijn systeem.
A. Nieuwe Zakelijkheid:
- Weglaten van onnodige informatie, toejuichen
van sobere functionaliteit. Korte zinnen, journalistieke stijl, zakelijke
weergave van de werkelijkheid. Bij de Nieuwe Zakelijkheid gaat het om
het beschrijven van een verhaal op een zakelijke en sobere manier. Inhoud staat
boven uiterlijk. De zinnen zijn vrij kort, er wordt geen onnodige informatie vermeld
en geven een schrale en saaie weergave van de wereld, net zoals dit stuk.
- Reactie op expressionisme. Bij het
expressionisme ging het veel om fantasie en gevoelens. Men was op zoek naar het
wezen, naar de kern van zichzelf. Schilderijen bestonden uit vage kleuren en
vormen die aangevuld moesten worden door de fantasie van de geïnteresseerde. Het
expressionisme was één groot mengsel van abstracte en uitbundige ideeën en
gevoelens, niet erg zakelijk en functioneel dus. Vandaar de reactie van de
Nieuwe Zakelijkheid; geen gedoe, weg met die chaotische stroming. De functie
werd belangrijker dan de vorm. In de literatuur werd Bint het schoolvoorbeeld
van de Nieuwe Zakelijkheid. De roman bestond uit bondige zinnen met weinig tot
geen onnodige informatie en alles werd sober en vrij melancholisch beschreven.
B. Het eerste punt is vrij eenvoudig te beantwoorden. Het hele
verhaal is in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid geschreven: de zinnen zijn
kort, er wordt gebruik gemaakt van alledaagse woorden en de weerspiegeling van
de werkelijkheid is vrij sober en melancholisch. In het boek wordt zo goed als
geen aandacht gegeven aan meningen of gevoelens van De Bree. De enige uitzondering
hierop is de bewondering van De Bree voor Bints ijzeren tucht.
Het tweede punt ligt eigenlijk in het verlengde van het
eerste punt. De voormannen van de Nieuwe Zakelijkheid hadden genoeg gehad van
het expressionisme en het impressionisme, ze hadden behoefte aan makkelijke
literatuur zonder fratsen. Gewone spreektaal, korte zinnen en makkelijke
woorden dragen hier goed aan bij. De functie was belangrijker dan de vorm, het
was de bedoeling een boodschap zo simplistisch en sober mogelijk over te
brengen. Het hele boek is een voorbeeld voor de stroming, de kenmerken zijn
steeds terug te vinden. Ter illustratie een citaat:
‘’De Bree ging de trap
die op het portaal twee armen nuchter uitsloeg. Boven was de kamer voor de
leraren. Zij was boven de hal, met uitzicht op het plein. Hij had dit lesuur
vrij. Drie mannen, kijkend naar de wind, draaiden zich om. Hij stelde zich
voor. De kleinste had een dophoed en lichtte die even. Deze was Keska. De Bree
had dadelijk een hekel. Hij was een vreselijke prol, met vuil gebit, een natte
lach van oor tot oor. Zijn had was klam, zijn stem stuitend. Hij klotslawaaide
weg naar een klas, lompig dreunend, klein, hoed-op.’’
C. Je kunt zeker stellen dat Bint een exponent van de Nieuwe Zakelijkheid is, elk kenmerk is terug te vinden in het boek. Daarnaast is Bint hét toonbeeld voor de stroming, het komt nauwelijks voor dat de één niet in dezelfde zin met de ander wordt genoemd. Het feit dat Bordewijk een voorman van de Nieuwe Zakelijkheid is, lijkt mij genoeg reden om te stellend dat Bint een exponent van de stroming is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten