1. Algemene informatie
a. I. Harry
Mulisch, de Aanslag
II. Amsterdam, 1982, 1982
III. 254 pagina’s
III. 254 pagina’s
b. Roman
c. Proloog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Anton Steenwijk in Haarlem.
Aan de kade lagen vier huizen: in Welgelegen woonden de Beumers, in Buitenrust Anton met zijn ouders en broer, in Nooitgedacht meneer Korteweg met zijn dochter Karin en in Rustenburg de familie Aarts.
Eerste episode, 1945
In januari 1945 zat de 12-jarige Anton met zijn familie een spelletje te doen. Plotseling klonken er zes schoten. De NSB'er Ploeg lag dood voor het huis van Korteweg. Meneer Korteweg en Karin legden het lijk voor Antons huis neer.
Peter ging naar buiten om het lijk weer te verleggen. Toen de Duitsers eraan kwamen, vluchtte hij. De Duitsers doorzochten het huis van de familie Steenwijk en staken het daarna in brand. Anton werd in Heemstede in een cel gestopt bij een gewond meisje dat hem troostte en met hem praatte over donker en licht.
Na enkele uren werd Anton weer teruggebracht naar Haarlem, en vandaar ging hij met een konvooi naar Amsterdam. In Amsterdam haalde zijn oom hem op.
Tweede episode, 1952
Na de bevrijding bleek dat de ouders van Anton en zijn broer Peter op de avond van de aanslag waren neergeschoten. Anton bleef bij zijn om en tante wonen. Hij dacht niet vaak aan de aanslag, hij had het gebeurde diep in zichzelf hermetisch afgesloten.
In 1952 ging hij naar een feestje in Haarlem. Hij ging op bezoek bij de familie Beumer. Aan het eind van de kade was een monument opgericht, waarop ook de namen van Antons ouders stonden. Anton wilde nooit meer in Haarlem terugkomen.
Derde episode, 1956
Na zijn kandidaatsexamen medicijnen ging Anton op kamers wonen. Hij las veel, behalve over oorlog en politiek.
In 1956 kwam Anton zijn vroegere vriendje Fake Ploeg tegen in een razende meute die alles wat met communisme te maken had vernielde naar aanleiding van de Russische inval in Hongarije. Anton nodigde Fake uit om binnen te komen.
Fake verdedigde zijn vader hartstochtelijk en zei dat de communisten verantwoordelijk waren voor de dood van zijn ouders. Anton probeerde hem ervan te overtuigen dat zijn vader wel fout was geweest.
Vierde episode, 1966
Na Antons artsexamen trouwde hij in 1961 met Saskia de Graaff. In 1962 werd hun dochtertje Sandra geboren. Op een begrafenis in 1966 ontmoette hij een oud-
verzetstrijder. Het was Takes, de man die Ploeg doodgeschoten had. Hij had het samen gedaan met zijn vriendin Truus Coster. Zij was het die Anton in de cel had ontmoet. Anton ging de volgende dag naar het huis van Takes waar hij een foto van Truus zag.
Laatste episode, 1981
Anton was gescheiden van Saskia en hertrouwd met Liesbeth. Hij kocht huizen in Gelderland en Toscane. Toen Sandra 16 jaar was ging hij met haar naar de duinen van Haarlem waar Truus Coster geëxecuteerd was. In november 1981 liep hij bij toeval mee met een vredesdemonstratie samen met zijn zoon Peter (uit zijn tweede huwelijk). Daar kwam hij Karin Korteweg tegen. Ze vertelde dat ze geëmigreerd waren naar Nieuw-Zeeland. In 1948 had haar vader zelfmoord gepleegd. Ze hadden het lijk van Ploeg verplaatst om de hagedissen van meneer Korteweg te sparen. Ze hadden Ploeg niet bij de familie Aarts neergelegd, omdat zij Joden in huis hadden.
Anton vroeg zich af of iedereen tegelijk schuldig en onschuldig was. Hij had zichzelf weer snel in de hand, het was of al die duizenden mensen hem hielpen. Anton was één van de laatsten die de oorlog had meegemaakt.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Anton Steenwijk in Haarlem.
Aan de kade lagen vier huizen: in Welgelegen woonden de Beumers, in Buitenrust Anton met zijn ouders en broer, in Nooitgedacht meneer Korteweg met zijn dochter Karin en in Rustenburg de familie Aarts.
Eerste episode, 1945
In januari 1945 zat de 12-jarige Anton met zijn familie een spelletje te doen. Plotseling klonken er zes schoten. De NSB'er Ploeg lag dood voor het huis van Korteweg. Meneer Korteweg en Karin legden het lijk voor Antons huis neer.
Peter ging naar buiten om het lijk weer te verleggen. Toen de Duitsers eraan kwamen, vluchtte hij. De Duitsers doorzochten het huis van de familie Steenwijk en staken het daarna in brand. Anton werd in Heemstede in een cel gestopt bij een gewond meisje dat hem troostte en met hem praatte over donker en licht.
Na enkele uren werd Anton weer teruggebracht naar Haarlem, en vandaar ging hij met een konvooi naar Amsterdam. In Amsterdam haalde zijn oom hem op.
Tweede episode, 1952
Na de bevrijding bleek dat de ouders van Anton en zijn broer Peter op de avond van de aanslag waren neergeschoten. Anton bleef bij zijn om en tante wonen. Hij dacht niet vaak aan de aanslag, hij had het gebeurde diep in zichzelf hermetisch afgesloten.
In 1952 ging hij naar een feestje in Haarlem. Hij ging op bezoek bij de familie Beumer. Aan het eind van de kade was een monument opgericht, waarop ook de namen van Antons ouders stonden. Anton wilde nooit meer in Haarlem terugkomen.
Derde episode, 1956
Na zijn kandidaatsexamen medicijnen ging Anton op kamers wonen. Hij las veel, behalve over oorlog en politiek.
In 1956 kwam Anton zijn vroegere vriendje Fake Ploeg tegen in een razende meute die alles wat met communisme te maken had vernielde naar aanleiding van de Russische inval in Hongarije. Anton nodigde Fake uit om binnen te komen.
Fake verdedigde zijn vader hartstochtelijk en zei dat de communisten verantwoordelijk waren voor de dood van zijn ouders. Anton probeerde hem ervan te overtuigen dat zijn vader wel fout was geweest.
Vierde episode, 1966
Na Antons artsexamen trouwde hij in 1961 met Saskia de Graaff. In 1962 werd hun dochtertje Sandra geboren. Op een begrafenis in 1966 ontmoette hij een oud-
verzetstrijder. Het was Takes, de man die Ploeg doodgeschoten had. Hij had het samen gedaan met zijn vriendin Truus Coster. Zij was het die Anton in de cel had ontmoet. Anton ging de volgende dag naar het huis van Takes waar hij een foto van Truus zag.
Laatste episode, 1981
Anton was gescheiden van Saskia en hertrouwd met Liesbeth. Hij kocht huizen in Gelderland en Toscane. Toen Sandra 16 jaar was ging hij met haar naar de duinen van Haarlem waar Truus Coster geëxecuteerd was. In november 1981 liep hij bij toeval mee met een vredesdemonstratie samen met zijn zoon Peter (uit zijn tweede huwelijk). Daar kwam hij Karin Korteweg tegen. Ze vertelde dat ze geëmigreerd waren naar Nieuw-Zeeland. In 1948 had haar vader zelfmoord gepleegd. Ze hadden het lijk van Ploeg verplaatst om de hagedissen van meneer Korteweg te sparen. Ze hadden Ploeg niet bij de familie Aarts neergelegd, omdat zij Joden in huis hadden.
Anton vroeg zich af of iedereen tegelijk schuldig en onschuldig was. Hij had zichzelf weer snel in de hand, het was of al die duizenden mensen hem hielpen. Anton was één van de laatsten die de oorlog had meegemaakt.
1.Verwachtingen
Mijn vader
vond dit een echte aanrader, en aangezien De Vliegeraar geen literatuur was,
ben ik met De Aanslag begonnen. Ik verwachtte, na een heel beknopte
samenvatting van mijn vader gehoord te hebben, dat het verhaal over iemand ging
die wilde uitzoeken wie de aanslag op zijn broer gepleegd had.
2. Motieven
Sommige gebeurtenissen
overkomen Anton 2 keer. Zo worden de ruiten ingeslagen bij Anton’s ouderlijk huis
en wordt het huis vervolgens in brand gezet. Later wordt bij Anton thuis de
ruit ingegooid en ontploft de kachel vervolgens, die de hele ruimte zwart
blakert.
Onzekerheid.
Anton weet vaak niet waarom de dingen zijn gelopen zoals ze zijn gelopen en zit
tot lang na de oorlog nog met onbeantwoorde vragen.
Thema
Schuldvraag.
Anton weet lang na de oorlog nog steeds niet waarom de familie Korteweg het
lichaam van Ploeg voor Anton’s huis legde. Hij heeft lange tijd gewoon de
Duitsers de schuld gegeven, maar toen hij hoorde van Karin Korteweg waarom ze
het lichaam bij hun huis hadden gelegd, was alles duidelijk voor hem.
3.Beoordeling
a. Mulisch schrijft in een makkelijke
stijl zonder lastige woorden of erg lange zinnen. Leuk vind ik dat de gedachten
en het karakter van Anton duidelijk beschreven worden, terwijl de andere personages
vaak heel oppervlakkig beschreven op de achtergrond gehouden worden. Door gebruik
te maken van vergelijkingen en terugkoppelingen naar de geschiedenis is het
interessant om over de gedachten en omgevingen van Anton te lezen. Hiervoor een
citaat:
‘’De drie huizen. Een open plek tussen het
eerste en het tweede, als een gehavend gebit. Alleen het hek was er nog. Het omvatte
een dichte vegetatie van brandnetels en struiken, met daartussen al ranke
boompjes, zoals die soms op zestiende-eeuwse schilderijen te zien zijn, met een
engel op een heuvel en een kraai die kwaadaardig naar een monsterachtig
mannetje staart. Er groeide veel meer onkruid dan op de landjes er achter;misschien
kwam het door als die as, dat het daar zo vruchtbaar was. Hij moest denken aan
een verhaal van zijn oom, dat in de heuvels van Noord-Frankrijk ook zulke
plekken lagen in het akkerland, waar de boeren omheen ploegden, omdat het
massagraven zouden zijn uit de Eerste Wereldoorlog. In de schaduw onder de brandnetels
moesten nog stenen zijn, stukken muur, fundamenten, en in de aarde de kelder,
zijn oude autoped er uit geroofd, en met puin volgestort. Ook terwijl hij er niet
aan dacht was het hier al die jaren zo geweest, onafgebroken, zoals een
ijsbreker van moment tot moment door het poolijs ploegt.’’ P. 89
b. personages:
Ik vind het
leuk om een verhaal te lezen dat zich voornamelijk richt op de gevoelens en
gebeurtenissen van en rondom één persoon. Hij ontmoet veel mensen die een
belangrijke rol in het verhaal spelen, maar die worden vaak maar oppervlakkig
beschreven.
Vertelperspectief:
De Aanslag
is geschreven vanuit het personele perspectief. Je leest alles vanaf een
afstand, maar toch weet je wat Anton denkt, gedachten van anderen worden vaak verborgen
gehouden. Soms vond ik de vertelvorm wat lastig, omdat ik niet begreep wie
bedoeld werd met ‘hij’ tijdens een dialoog.
4. Eigen
mening
Aangrijpend laat
me koud
Ik vond het
een aangrijpend boek, omdat je Anton volgt tijdens zijn zoektocht naar
antwoorden over de dood van zijn ouders en broer. Op de één of andere manier
kon ik me voorstellen hoe hij zich voelde, zonder dat ik ooit een vergelijkbare
situatie heb meegemaakt.
‘’’Halt! Staan blijven! Handen omhoog!’ Hard
fietsend naderden drie mannen, zij gooiden hun fietsen op straat en holden
verder. Peter liet de benen vallen, rukte het pistool uit de hand van Ploeg,
rende weg zonder te hinken naar het hek van Korteweg en verdween achter hun
huis. De mannen schreeuwden tegen elkaar. Eén van hen, in een winterjas en met
een pet op, loste een schot en ging achter Peter aan. Anton voelde de warmte
van zijn moeder naast zich. ‘Wat was dat? Schieten ze op Peter? Waar is hij?’’Achterom.’
Met grote ogen keek Anton naar wat er allemaal gebeurde.’’ P. 31
In deze scène
wordt beschreven hoe het met Peter afloopt en de machteloosheid die Anton voelt
komt er ook in voor. Het toont ook weer de stijl van Mulisch, duidelijk
beschreven en gedetailleerd maar toch spannend en intrigerend.
Het verhaal
heeft mij positief verrast, ik had niet echt een meeslepend verhaal verwacht
over iemand die worstelt met zijn verleden en met vragen zit. Ik dacht dat het
verhaal wat saaier en minder meeslepend zou zijn. Over de stijl ben ik ook
positief, de omgevingen worden duidelijk en vooral interessant beschreven,
aangevuld met vergelijkingen.
5. Bronnen