donderdag 27 juni 2013

Groepsopdracht De Engelenmaker

Titelverklaring
De drie kinderen uit het boek zijn vernoemd naar de drie aartsengelen Michaël, Rafaël en Gabriël. Victor Hoppe, de hoofdpersoon uit het boek heeft die drie kinderen gekloond met zijn eigen cellen, vandaar de titel. De drie jongens hadden een erg witte huid die licht leek te geven; net als engelen.

De personages

Victor Hoppe: Hij is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij heeft rood haar, een hazenlip, een witte huid en een erg tenger lichaam. Toen vlak na zijn geboorte bleek dat hij een hazenlip had, was zijn moeder ervan overtuigd dat de duivel in hem zat. Ze wilde hem niet houden, waarna hij naar een klooster werd gebracht(zijn vader had twijfels over deze beslissing). Daar werd hij al vrij snel debiel verklaard, omdat hij niet sprak en maar weinig reageerde op prikkels van buiten. Later bleek dat hij het syndroom van Asperger had.
Hoppe juist heel slim te zijn in het klooster laat hij aan zuster Marthe zien dat hij veel kan en goed kan leren. Later werkt graag alleen en is hij zijn tijd erg vooruit. Eerst werd hij gewaardeerd door vele wetenschappers door zijn vindingrijkheid en monumentale ontdekkingen, maar hij raakte zijn reputatie kwijt en veel wetenschappers begonnen hem als oplichter te zien.

Michaël, Rafaël en Gabriël: Dit zijn complete kopieën van Victor Hoppe. Hij heeft ze gekloond met zijn eigen cellen. Er is iets mis met hun chromosomen waardoor ze op een zeer vroege leeftijd al verouderen en sterven. Ook zijn de kinderen (net als hun ‘vader’) autistisch, fragiel, bleek maar ook erg slim.

Rex Cremer: Cremer is stafarts op de universiteit in Aken en is een man die van regelmaat houdt. Op een gegeven moment gaat hij om Victor Hoppe, die totaal geen regelmaat heeft. Gecombineerd met Hoppe’s Asperger is het erg lastig voor Rex om met hem te werken en te communiceren. Aan het begin lijkt alles goed te gaan, maar Victor verliest zijn verdiende reputatie net zo snel als hoe hij die verdiend had. Rex schuift alle schuld op Victor en doet alsof hij van niets afwist. Hierdoor krijgt hij wel schuldgevoelens.

Charlotte Maenhout: Frau Maenhout is een gepensioneerde schooljuf en kan erg goed met kinderen omgaan. De dokter vroeg aan haar of ze op de kinderen kon passen. Dit deed ze graag, ze zat thuis toch maar niks te doen. Zij zorgt een flinke tijd voor de kinderen en de kinderen nemen haar (niet hun vader) in vertrouwen. Na een tijdje beginnen gevoelens van wantrouwen te knagen aan haar en wil ze duidelijkheid van Doktor Hoppe. Na een ongeluk bij de trap valt ze naar beneden en is ze op slag dood.

Bijpersonen: Er zijn erg veel bijpersonen in het verhaal, te veel om op te noemen. De meeste mensen wantrouwen de dokter op het eerste gezicht, maar later wint hij hun vertrouwen en zien ze hem als volwaardig dorpsgenoot.

Setting
Er zijn verschillende plekken waar het verhaal zich afspeelt. Allereerst La Chapelle, waar Victor een groot deel van zijn jeugd heeft doorgebracht. Daarna verhuisde hij weer naar Wolfheim, waar zijn vader toentertijd zijn praktijk had. Later nam Victor zijn intrek in hetzelfde huis. Verder komen de universiteiten Aken en Bonn enkele keren voor in het verhaal. Het drielandenpunt komt regelmatig voor. Verscheidene belangrijke gebeurtenissen vinden hier plaats.

Open plekken
Het boek is opgedeeld in drie delen. Het einde van deel 1 bevat een open plek, wanneer Charlotte Maenhout van de trap afvalt; ‘Het volgende ogenblik schoot de dokter naar voren. Ze had het totaal niet verwacht en deed in een reflex nog een stap naar achteren. Toen pas besefte ze dat ze vlak bij de trap stond. Maar toen was het al te laat’.
Verder zijn er geen onbeantwoorde open plekken in het verhaal. Natuurlijk zit je in het begin met erg veel vragen, maar die worden uiteindelijk allemaal beantwoord.

Perspectief
Het verhaal is geschreven vanuit het auctoriale vertelperspectief. Het is een algemene verteller die de gedachtegangen van veel personen vertelt en buiten het verhaal staat.

Thema
Naar onze mening heeft het boek twee specifieke thema’s. Zo komt de eeuwenoude discussie wetenschap-religie ontzettend vaak terug; mogen wij God het nakijken geven? Mogen wij als schepper optreden?  Verder komt de strijd en grens tussen Goed en Kwaad vaak terug. Victor Hoppe wil goed doen in het verhaal en in zijn ogen doet hij dat ook. Hij heeft hierbij niet in de gaten dat hij mensen hier vaak kwaad mee aandoet.

Motieven
Er zijn een aantal motieven in het verhaal. Één hiervan is de Bijbel. Die komt erg vaak terug in het verhaal. Al vanaf het moment dat Victor in het klooster zit met zuster Marthe tot in de laatste scènes. Ook uitspraken als ‘’God geeft en God neemt’’, ‘’U hoef niet in Gods wil te berusten’’ komen meerdere keren in het verhaal voor.
Ook het hebben van een hazenlip is een terugkerend motief. Zo hebben de vader van Victor, Victor zelf, Michaël, Rafaël en Gabriël en de gekloonde zoon van Lothar en Vera Weber allemaal een hazenlip.

Verwachtingen
Wij hebben op meerdere manieren (klasgenoten, media, vrienden) te horen gekregen dat de Engelenmaker een goed boek was. Negatieve recensies of grote kritiek was eigenlijk niet te vinden. Het leek ons daarom ook geen straf om het boek te gaan lezen. Bij Nederlands hadden we in de 3e of 4e klas al de intro gelezen, waarin Victor Hoppe en zijn misvormde zoons arriveert in Wolfheim. Naar aanleiding hiervan verwachtten wij een spannend boek, met veel thrillerelementen. We hadden al gehoord dat het boek met klonen te maken had.
De dokter kwam voor ons, naar het minieme dat we over hem wisten voor we aan het boek begonnen, een beetje als een gestoorde gek naar voren. Na het lezen van het boek moesten de verwachtingen wel enigszins worden bijgesteld. Victor Hoppe geen gestoorde gek. Hij is wel autistisch, maar daarnaast ook zeker erg intelligent. Aan het einde van het boek blijkt dat Victor toch eigenlijk ook wel gek is. Het boek is erg spannend, maar echt een thriller is het niet. Veel meer nadruk ligt op het psychologische element van het boek. Denk bijvoorbeeld aan de eerdergenoemde discussie over religie en wetenschap; ‘’Mogen wij God het nakijken laten?’’

Oordeelvorming
Allereerst vinden we dat het boek erg mooi geschreven is. We vinden dat alle gebeurtenissen en plekken erg gedetailleerd en niet vermoeiend lang beschreven zijn. Ook allerlei medische details worden in grote lijnen duidelijk uitgelegd. De uitspraken (van Victors vader, maar ook uit de Bijbel)mogen ook vernoemd worden. Door het hele boek heen staan deze uitspraken; ze maken een bepaalde sfeer mogelijk, een intrigerende en mysterieuze sfeer die als een soort nadere uitleg dient. De uitspraken staan er vaak om intenties van Victor in enkele woorden duidelijk te maken. Verder vinden we dat de structuur van het boek mooi. Allereerst is het verhaal in drie delen opgedeeld; er worden verschillende personen in verschillende tijden besproken, maar ze horen allemaal wel bij elkaar en de gevolgen van gebeurtenissen komen terug in andere tijdsperiodes. Daarnaast zijn de delen an sich ook nog eens in verschillende verhaallijnen op te delen. In deel II bijvoorbeeld, daarin wordt Victors jeugd  beschreven. Door die lijn heen worden de experimenten van Victor in de jaren zeventig en tachtig beschreven.
De geloofwaardigheid van het verhaal konden we ook waarderen. Fictie en non-fictie zijn met elkaar verwoven. De opkomst van het klonen kwam ook op in de jaren zeventig en tachtig, Victor Hoppe heeft daarentegen niet bestaan. Op die manier is het verhaal erg interessant en intrigerend.
Al met al vinden we ‘De Engelenmaker’ een erg mooi boek. De opbouw, geloofwaardigheid en stijl passen goed bij elkaar en maken het voor ons erg lastig nog negatieve aspecten bij dit meesterlijke boek te bedenken.

Persoonlijke conclusie
Ik vond dat de discussie aardig vlot verliep, we waren het over het algemeen redelijk goed met elkaar eens over de verschillende aspecten van het boek. Ik vond het vooral goed gaan dat al onze neuzen min of meer dezelfde richting op stonden. We waren allemaal redelijk enthousiast over het boek en niemand had een totaal andere mening dan de rest. Wat beter kon is dat sommigen onder ons het boek niet altijd even geconcentreerd gelezen hadden, waardoor we af en toe een klein meningsverschil hadden over een detail hier en daar.
Ik heb geleerd dat meningen erg verdeeld kunnen zijn, maar ook wonderbaarlijk gelijk aan elkaar. Zo riepen sommige passages heel verschillende reacties op, terwijl we het over andere fragmenten. Ook heb ik geleerd dat iedereen andere ideeën en opvattingen over een boek heeft en dat het leuk is om erover te discussiëren.
Op de site staat dat ‘De Engelenmaker’ een niveau 4 boek is, maar ik geloof dat mevrouw Kleyn later had gezegd dat dit een niveau 5 boek is. Ik vond het boek onverwacht makkelijk en vlot weglezen, sterk tegen mijn verwachtingen in voor een niveau 5 boek. Daarom was het boek voor mij geen enkele moeite om doorheen te komen.

Voor mijn volgende boek ben ik van plan ‘De ontdekking van de hemel’ te lezen. Dat betekent dat ik dus aan een niveau 6 boek ga beginnen. Aangezien ‘De Engelenmaker’ een niveau 5 boek is en het vrij makkelijk te lezen was, denk ik dat ik een niveau 6 boek wel aankan.